BIOGRAFIEËN  

   

 

TACO MESDAG

Taco Mesdag is in 1829 geboren als zoon van een Groningse bankier. Hij was de broer van de schilder HW Mesdag van het Panorama. Taco en HW kregen al jong tekenles. Taco Mesdag debuteerde in 1849 op de tentoonstelling van Levende Meesters met "Een fruitstuk". De broers gingen in het familiebedrijf werken.
HW werd in 1866 al beroepsschilder, Taco in 1881, na de dood van hun vader. Kort daarop, in 1882, trouwde hij met de schilderes Geesje van Calcar (1850-1936), aan wie hij een stage bij zijn vriend P.J.C. Gabriel in Brussel had aangeraden. In Den Haag kocht Taco Mesdag een huis aan de Scheveningseweg, dat hij "Villa Geesina" doopte.
Als werkend lid van Pulchri Studio nam Taco Mesdag deel aan talrijke tentoonstellingen, ook in het buitenland. Daarnaast speelde hij een belangrijke rol als penningmeester van Pulchri, en van het Weduwen- en Wezenfonds van het genootschap. Hij bezat een belangrijke verzameling van kunst en antiek.
Al in 1877 had hij een boerderij gekocht in Vries bij Assen, waar hij een atelier inrichtte. Daar schilderde hij de Drentse landschappen waaraan hij zijn bekendheid heeft te danken, meer dan aan zijn duingezichten.
Kort voor zijn dood maakte hij met zijn vrouw Geesje nog een reis naar het schilders-pelgrimsoord Barbizon, bij Parijs. Daarvan getuigt slechts één aquarel. Taco Mesdag overleed in 1902 als een gerespecteerde en geliefde kunstenaar.

 

GEESJE MESDAG-VAN CALCAR

Geesje van Calcar is in 1850 in Hoogezand geboren als dochter van een arts. Zij volgde een opleiding aan de tekenacademie Minerva en debuteerde in 1880 op de tentoonstelling van Levende Meesters met "Gezigt op de Zuiderhaven te Groningen". Zij rondde haar opleiding af met een stage bij de Nederlandse schilder P.J.C. Gabriel in Brussel.
Teruggekeerd in Nederland trouwde ze met een collega uit de stad Groningen, Taco Mesdag (1829-1902). Het echtpaar ging in Den Haag wonen en werd werkend lid van het kunstenaars-genootschap Pulchri Studio. Geesje Mesdag nam regelmatig deel aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland.
Taco en Geesje Mesdag bezaten een boerderij met atelier in het Drentse Vries, waar ze 's zomers buiten werkten. Geesje schilderde daarnaast graag ongedwongen bloemgroepen.
Geesje Mesdag-van Calcar speelde een rol bij de organisatie van de vrouwententoonstellingen in 1898 in Den Haag en in 1913 in Amsterdam.
Na de dood van haar man schonk zij een deel van hun kunstverzameling aan het Groninger Museum. Zij verlegde haar buitenactiviteiten van Vries naar Kortenhoef, waar zij een atelier op palen in het water liet bouwen. Deze locatie heeft haar geïnspireerd tot het maken van polderlandschappen in een meer impressionistische stijl. Geesje Mesdag overleed in 1936, niet eenzaam maar wel bijna vergeten als kunstenares.

Meer informatie in de biografie/catalogus "Geesje van Calcar - een echte Mesdag".


 

Het onderstaande artikel is verschenen in De Regiokrant, weekblad voor de Veenkoloniën in Groningen, van 13 november 2002, hier enigszins aangepast.

 

SCHILDERES GEESJE VAN CALCAR
BEROEMDHEID UIT HOOGEZAND

HOOGEZAND – Precies halverwege de negentiende eeuw werd in Hoogezand Geesje van Calcar geboren, die bekend geworden is als de schilderes G. Mesdag-van Calcar. Zij heeft een rol gespeeld in het culturele leven van Groningen door in 1902, een memorabele honderd jaar geleden, een grote collectie schilderijen van de Haagse School – toen hypermodern – aan het Museum van Oudheden te schenken. Die schenking heeft er sterk toe bijgedragen dat dit museum zich ontwikkelde tot een kunstmuseum, nu bekend onder de naam Groninger Museum.

Geesje was de dochter van de plaatselijke huisarts, Berend van Calcar, die op zijn beurt de zoon was van boer Pieter van Calcar. Deze laatste was een broer van de Hoogezandse fabrikant van Van Calcar Jenever, dat toen met een mooi woord moutwijn heette. Op de geboorteakte van 2 juli 1850 van Geesje staan als getuigen vermeld: Freerk Hindriks Minkes, oud vijfenvijftig jaren, en Roelof Timmerman, beiden winkeliers te Hoogezand. Waren het buren van de dokter?
Het doktershuis bestaat nog steeds aan de Hoofdstraat, maar van winkels ter weerszijden is geen sprake (foto). De huisarts, Berend van Calcar, was in 1847 getrouwd met Barbera de Boer. Zijn schoonvader Pieter de Boer bezat een boerderij aan de Vosholen, die inmiddels is afgebroken, gelegen midden voor het tegenwoordige Nieuw Woelwijk, zoals te zien is in het Boerderijenboek – Oude Groningse Veenkoloniën. Volgens het Stamboek Meihuizen was Pieter de Boer echter geen boer maar wel dokter. Hij woonde trouwens in de dorpskern Sappemeer. Heeft Berend de artsenpraktijk van zijn schoonvader voortgezet?
Intrigerend is wel, dat die boerderij van Pieter de Boer als vroegere bewoners de familie Hindriks Minkes had gehad, en dat elders in de Borger Compagnie in 1795 een Freerk Hindriks was geboren als zoon van een echtpaar Minkes - De Boer. Dus de genoemde getuige was denkelijk niet zozeer buurman als wel familielid.

De Oosterstraat een eeuw later

Geesje was een zesde-generatie allochtoon, jawel, maar inmiddels goed geïntegreerd. Haar voorouders waren kort na 1700 als bootvluchtelingen uit Zwitserland in Nederland gekomen, vervolgd wegens hun geloof: doopsgezind. De familienaam luidde toen nog Leenders of Lienders, ook wel op zijn Duits gespeld als Lehner. Rond 1780 ging een van die voorouders zich Pieter Van Calcar noemen, nadat er ongewoon veel huwelijken waren gesloten tussen een gezin Leenders en een gezin Van Calker. Die familie Van Calker was ook al doopsgezind, maar nu afkomstig uit Duitsland.

Het geboortehuis aan de Hoofdstraat in Hoogezand

Twee van de vijf broers en zusters Van Calker trouwden zonder meer met een Leenders, en een derde Van Calker met een weduwe Leenders.


Tijdens Geesjes opleiding tot beroepsschilder aan de Groningse Academie Minerva, woonde zij op kamers in de Oosterstraat (foto) bij haar nicht Anna Romkes, weduwe van scheepsbouwer Cornelis Tammes Bakker uit Sappemeer. In de tachtiger jaren verhuisden de dames Van Calcar en Romkes beide weer naar Hoogezand - Sappemeer. Geesje om er in 1882 in het huwelijk te treden met de voormalige bankier uit Groningen, Taco Mesdag, die kort daarvoor in 1881 besloten had om zich helemaal aan het schilderen te gaan wijden, inmiddels al vijftig jaar oud. Het echtpaar vestigde zich meteen daarop in Scheveningen, maar ze onderhielden nog nauwe banden met hun geboortestreek door regelmatig te exposeren in het Groningse Pictura. En door hun jaarlijkse verblijf in hun zomeratelier, net op de grens van Groningen en Drenthe, in het toen schilderachtige heidedorp Vries.
En ook hield Geesje contact met haar broer Pieter Christiaan – een van de acht kinderen van het gezin van Berend van Calcar – die in Sappemeer was gaan wonen, en daar een boomkwekerij was begonnen. Pieter Christiaan heeft hier de roerige jaren negentig van de negentiende eeuw meegemaakt. Volgens de overlevering was hij goed voor zijn personeel, en werd er bij hem op het bedrijf niet gestaakt. Maar hij had uit voorzorg ijzeren luiken voor de ramen van zijn woning laten plaatsen, een groot huis dat nog steeds intact is, tegenover de voormalige rijks-HBS – nu Museaal Centrum – die door een andere illustere dame uit Hoogezand bekend is geworden: Aletta Jacobs. Later heeft hier de huisarts dokter Jan Beukema gewoond, die met een van Pieter Cristiaans dochters, Barbera van Calcar, was getrouwd.

 


Door het ontbreken van mannelijke nakomelingen is de naam Van Calcar in de tak van dokter Berend uitgestorven. Dat geldt niet voor de overige nazaten van de bovengenoemde Pieter van Calcar. Zie voor de stamboom van de familie Van Calcar het webadres van Coert van Calcar op de Informatiebalie.

 
  www.mesdagvancalcar.nl   1 februari 2006, 1 februari 2011